Het nieuwe reglement treedt in voege op 1 januari 2009, op dezelfde dag als het verbod van verkoop van honden in winkels. Een gelukkige samenloop van omstandigheden voor de hond… en zijn baasje. Wij stellen u hier kort de vernieuwende wijzigingen voor. De laatste uitgave van het "Reglement op de Genealogische Identificatie van de LOSH-honden" dateert van 1987. Na meer dan 20 jaar drongen sommige aanpassingen zich op mede omwille van de wetenschappelijke evolutie, die nu toelaat met zekerheid de verwantschap tussen individuen te bepalen. Daarbij is de K.M.S.H. het aan zichzelf verplicht de beste waarborg te bieden aan de eigenaars die kiezen voor een hond met een LOSH-stamboom.
Eerst en vooral is een LOSH-fokker voortaan verplicht de verwantschap tussen ouderdieren en pups te bewijzen door een DNA-test. Het DNA-profiel van elk ouderdier moet dus passen bij dat van minstens één pup of van alle pups van de worp, naar keuze van de fokker. Dit om met zekerheid de authenticiteit van de op de stamboom vermelde verwantschap te waarborgen.
Vervolgens moet elk ouderdier, geboren vanaf 01/01/2008, minstens de kwalificatie GOED behaald hebben op een Belgische open, C.A.C.- of C.A.C.I.B.-tentoonstelling onder een Belgische keurmeester, of een rasspeciale onder een Belgische of buitenlandse keurmeester (rasspecialist).
Een hond die geslaagd is de Selectietest, georganiseerd door de K.B.B.C., wordt erkend als toegelaten voor het LOSH-fokken.
Voor buitenlandse reuen, die als fokdier gebruikt worden, gelden dezelfde kwaliteitsnormen en de DNA-controle, weliswaar aangepast aan hun statuut van buitenlandse hond.
Enerzijds gaat het er om honden met uitsluitingsfouten volgens de standaard, te weren uit de fok. Een officiële keurmeester moet een "Toelatingscertificaat voor de LOSH-fok" uitschrijven nadat hij een degelijk geïdentificeerde hond tijdens een tentoonstelling beoordeeld heeft.
Anderzijds wordt meteen de sociabiliteit van elk fokdier getest. De ouderdieren moeten immers een hele dag doorbrengen in direct contact met hun soortgenoten en eigenaars, en moeten zich laten betasten door de keurmeester zonder enige negatieve reactie.
En de ethiek hierbij…
De interne ethische regel voorziet al lang dat een teef maar twee worpen op twee jaar mag hebben. Dit voor het welzijn van de moederdieren. Maar het bleef mogelijk aan die regel te ontsnappen door afwisselend met en zonder stambomen te fokken. Om dit misbruik tegen te gaan is het voortaan formeel verboden dat een fokker, die beroep wenst te doen op de stamboomdienst van de K.M.S.H., zou fokken zonder LOSH-stambomen. Het is alles of niets! Een LOSH-fokker kan dus geen pups "met of zonder stamboom" aanbieden.
Om de betrouwbaarheid van de LOSH-fokkerij maximaal te garanderen zal de K.M.S.H. dan ook geen enkele stamboom meer afleveren op een adres waar honden gefokt worden zonder LOSH-stamboom.
Ten slotte zal de fokker die het formulier "Dek- en geboorteaangifte" instuurt, verplicht zijn de procedure voor de aflevering van de stambomen volledig en correct af te handelen. De stambomen moeten dan gratis en onvoorwaardelijk overgemaakt worden aan de eigenaars van de respectieve pups.
Het nieuwe reglement "Genealogische Identificatie van de LOSH-honden" waarborgt dus zo goed mogelijk de betrouwbaarheid van de LOSH-stamboom, tot groter welzijn van onze rashonden en… hun eigenaars. Laat ons nooit vergeten: een geschreven woord is beter dan een gegeven woord!