IPO- discipline: wat betekent een vermelding “A” of “VH” in je werkboekje?
Na een IPO-wedstrijd ontvang je uw (rood/geel) terug aangevuld met alle noodzakelijke gegevens (zoals datum, inrichtende club, de behaalde resultaten….). In de laatste kolom plaatst de keurder zijn handtekening met daarnaast de vermelding “A” of “VH”of “NG”.
Onlangs werd me de (terechte) vraag gesteld wat deze vermelding juist betekent en waar dit moet gekaderd worden?
Het resultaat van enig opzoek (speur)werk hieromtrent kun je verder lezen.
- In feite vertrekken we van de (Duitse) term TSB die een belangrijke rol speelt bij de afdeling “C” (het pakwerk) van voornoemde discipline.
TSB staat voor: T – Triebveranlagung (Drift) / S – Selbstsicherheit (Moed) / B – Belastbarkeit (Belastbaarheid)
TSB beoordeelt de hond op zijn karakter, die van belang is bij het fokken met deze hond. Dit komt het best tot uiting in het pakwerk, waar de keurder een globale indruk krijgt hoe de “ziel” van de hond in elkaar steekt.
Van belang hierbij zijn de fysische sterkte van de hond (spierkracht) en psychische weerbaarheid (zelfbewustzijn – onverschrokkenheid - geldingsdrang – hardheid).
- Volgende kwalificaties kun je verkrijgen bij TSB:
“ Ausgeprägt” (A); “Vorhanden” (VH); "Nichtgenugend" (NG).
In TSB wordt niet uitsluitend het bijten beoordeeld. Daarnaast moet de keurder oog hebben voor de driftverhouding, de belastbaarheid, de hardheid van de hond.
Om TSB nog beter te begrijpen, geef ik volgende begrippen mee:
- Verdedigingsoefeningen in het pakwerk:
vlucht van pakwerker – verhindering door hond
overval pakwerker – verdediging door hond
rugtransport – overval op de hond
aanval van de hond uit beweging – verdediging door de hond
- Alle verdedigingsoefeningen bestaan uit volgende individuele fases:
beginfase – belastingsfase - overgangsfase (rustfase vóór het lossen) - lossen – bewakingsfase.
Op al deze fases wordt TSB toegepast. De wisselende drift bij een hond (bv. van belasting naar rust / van het volle bijten naar lossen / van het lossen naar rustig bewaken) is niet zo evident en kost vaak heel wat punten. De hond is driftig genoeg, maar kan niet snel genoeg omschakelen van actie naar rust (begint in te bijten). Of … hoe een TSB “A” geen garantie is voor een hoog puntenaantal in het pakwerk.
Praktische voorbeelden moeten TSB nog meer verduidelijken.
T – Drift: Ausgeprägt (A)
Drangvol en vlot revieren
Snel, aandachtig en aanhoudend de pakwerker aanblaffen
Intensief bewaken van de pakwerker
Wisselende driften op het juiste moment kanaliseren
T – Drift: Vorhanden (VH)
Lusteloos en weinig drangvol revieren
Niet aanhoudend of aarzelend aanblaffen
Onopmerkzaam bewaken en voortdurende desinteresse voor de pakwerker
S – Moed: Ausgeprägt (A)
Vastbesloten, energiek en onbevangen toeslaan in de beginfase
Krachtig en energiek reageren op de overval en de stokslagen van de pakwerker
Onbeïndrukt en kalme houding bij de bewakingsfase
S – Moed: Vorhanden (VH)
Aarzeling en onder de indruk zijn bij de vluchtpoging van de pakwerker
Onder de indruk en onzeker zijn bij de overval en de stokslagen
Onzeker zijn en nerveuze houding bij de bewakingsfase
B – Belastbaarheid Ausgeprägt (A)
Imponerend en doeltreffend gebruik maken van het lichaam bij de belastingsfase (springt op tegen de pakwerker)
Niet onder de indruk bij de stokslagen
Dominante houding tijdens de overgangsfase
B- Belastbaarheid: Vorhanden (VH)
Duidelijk gebreken in de belastingsfase (probeert de pakwerker te ontwijken, vroegtijdig lossen)
Onder de indruk bij de stokslagen
Snel en voortijdig lossen tijdens de overgangsfase
De kwalificatie “Nichtgenugend” (NG) wordt gegeven als de hond duidelijk gebrek aan karakter vertoont en faalt tijdens de oefening (vb. geen beet, het verlaten van de pakwerker tijdens de bewakingsfase, de stokslagen niet verdragen ….)
Nadenkertjes:
Wanneer een hond een TSB-beoordeling “A” krijgt, dan moet men besluiten dat de geleider met een perfect werkende hond bezig is. Met een TSB “VH” wordt nogal snel besloten dat men met een mindere hond bezig is.
Vast staat dat er bij “VH” enkele beperkingen in de hond steken, maar dat de hond toch voldoet aan de gemiddelde kwaliteit (geen tophond, maar een degelijkehond).
We kunnen de vergelijking doortrekken naar de discipline “Tentoonstelling”. Voor menig tentoonsteller stort de wereld ineen bij het behalen van een kwalificatie “Zeer goed” (in plaats van de verhoopte “Uitmuntend”). Ook met een “Zeer goed” benadert men een doorsnee goede kwaliteit van het ras.
Anderzijds mag men niet besluiten dat TSB “A” zich altijd vertaalt in een hoog puntenaantal in het pakwerk). Persoonlijk ondervind ik dit met mijn hond, Harko, aan de levende lijve.
Opgemaakt door Stephan Mestdagh – Secretaris Generaal van de K.B.B.C.